;
Filter sluiten

Slijpsel

De slijpvorm is een belangrijk kwaliteitskenmerk van elke edelsteen. In de edelsteenkunde, de wetenschap van de edelstenen, is de slijpvorm de vorm van de uiteindelijke edelsteen. Dit verbetert de schittering en fonkeling van de steen door toevoeging van lichtbrekende facetten, randen en hoeken of door afronding. Het slijpen van een edelsteen kan verschillende patronen volgen die de steen een karakteristiek uiterlijk geven. De latere waarde van de edelsteen hangt ook in beslissende mate af van zijn slijpsel. Er zijn in principe twee manieren om een edelsteen te slijpen: De gladde en de facet geslepen. Zowel bij de gladde als bij de facetgeslepen steen is de steen in drie delen verdeeld: Het bovenste deel, het onderste deel en het afgeronde deel. Bij een gladde snede worden het bovenste en onderste deel glad en rond gesneden, alleen de ronde rand omsluit de steen eventueel met een lichte rand. Optische effecten zoals adulescence en asterisme kunnen bij stenen als maansteen, rozenkwarts en malachiet volledig tot hun recht komen dankzij de ronde slijpvorm. De facetslijpsel daarentegen, met zijn kleine, glad gepolijste oppervlakken, zorgt voor veelkleurige en talrijke lichtbrekingen, die verantwoordelijk zijn voor het zogenaamde vuur van de edelsteen. De facetslijpsel kan hoofdzakelijk worden onderverdeeld in briljantslijpsel en trapslijpsel, waarbij er telkens variaties zijn (bijvoorbeeld rozenslijpsel, penduloque).

Gerelateerde artikelen: