Karaat of ook wel carat, verwijst naar meeteenheden die van het grootste belang zijn bij het maken van sieraden. Enerzijds geeft karaat, dat wordt afgekort tot kt. of C. of ct., het gehalte aan zuiver goud in een legering aan, anderzijds wordt het metrieke caraat gebruikt om de massa van edelstenen te kwantificeren. Het woord karaat is ontleend aan het Franse "le carat". Het woord vindt echter zijn oorsprong in het Grieks, waar "kerátion" het verkleinwoord is van hoorn. De hoorns die relevant zijn voor het karaat zijn de peulvruchten van de johannesbroodboom, die vroeger werden gebruikt als meeteenheden bij het wegen omdat ze altijd dezelfde grootte en hetzelfde gewicht zouden hebben. Een karaat was nu het specifieke gewicht van één gedroogde pit van deze vrucht. Tegenwoordig komt de metrische karaat overeen met 200mg. Karaat wordt gebruikt als aanduiding voor de fijnheid van goud, waarbij één karaat goud 1/24 van het totale gewicht aan goud is. 24 karaat is in theorie 99,9% puur goud. De meest gebruikte soorten goud voor de vervaardiging van juwelen zijn 8 karaat, 9 karaat, 14 karaat en 18 karaat. Het karaat is de wettelijke meeteenheid om de massa van edelstenen te bepalen. Eén metriekkaraat is 0,2g, wat overeenkomt met 2*10-4 kg.
Gerelateerde artikelen: