In de metaalverwerkende industrie verwijst aanlopen naar een verandering in het metaaloppervlak. Dit wordt veroorzaakt door de afzetting van een dun laagje vreemd materiaal op het betreffende metaal. Het metaal verandert meestal van kleur naar een donkerder tint, wat veroorzaakt kan worden door verschillende omgevingsinvloeden zoals temperatuur, licht of chemische verbindingen. Het type en de manier van aanlopen zelf verschilt per metaalsoort. Zilver, bijvoorbeeld, wordt dof door de invloed van zwavel, dat in de lucht aanwezig is. Er wordt een oxidelaag gevormd. Deze oxidelaag vormt zich ook op staal, maar dan door zeer hoge temperaturen waaraan het juwelenmateriaal wordt blootgesteld. Door het proces van aanlopen verliest staal zijn metaalglans en wordt het licht rood, geel of blauw. De metalen zink en lood tasten ook aan als ze worden blootgesteld aan een bijzonder hoge luchtvochtigheid. Dit in tegenstelling tot het edelmetaal goud. Goud doet niet aan en behoudt zijn stijlvolle glans op lange termijn als het gehalte fijn goud voldoende hoog is. Maar hoe hoger het metaalgehalte van een goudlegering, hoe groter de kans op aanslag, omdat metalen ook binnen legeringen reageren. Bij deze versmelting van goud en een metaal, zoals koper of zilver, kan goud ook van metaaloppervlak veranderen.
